De Top van het bedrijfsleven onderuit? Ondernemers opgelet, uw holding biedt geen bescherming!

Op 25 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2020:1661) een uitspraak gedaan omtrent de persoonlijke aansprakelijkheid van de directie voor een loonvordering van een werknemer. Is daarmee de jacht van de gewone werknemer op de top van het bedrijf geopend, of wordt de soep niet zo heet gegeten als zij wordt opgediend?

Wat was er aan de hand? Kort gezegd had de directie een constructie opgezet waarbij zij zich verschool achter de holding, waaronder de werkmaatschappij met het personeel was geplaatst. Er was feitelijk sprake van een groepsstructuur waarbij de werknemers in de werkmaatschappij waren ondergebracht en vanuit die vennootschap werkzaamheden verrichtten waarvan de opbrengsten toekwamen aan de holding. De holding betaalde op haar beurt een vergoeding aan de werkmaatschappij voor die werkzaamheden. De hoogte van die vergoeding werd bepaald door de holding.

Op zich niets mis mee zou je zeggen. Echter, op enig moment kon de werkmaatschappij haar schulden niet meer betalen en werd zij door de directie ontbonden. De rechtbank stelde vast dat de door de holding gegeven vergoeding aan de werkmaatschappij onvoldoende was om de kosten van deze werkmaatschappij te dekken. Het bleek dat onder meer een werknemer ten tijde van de ontbinding nog een vordering had op de werkmaatschappij ter hoogte van ongeveer € 40.000,- bruto aan achterstallig loon.

Deze werknemer startte een procedure en stelde de holding alsmede de natuurlijk persoon daarboven aansprakelijk vanwege onrechtmatig handelen. Normaal gesproken biedt het opzetten van een ondernemingsstructuur met rechtspersonen in beginsel bescherming tegen de aansprakelijkheid van de natuurlijke personen. Was dat in dit geval ook zo? De rechtbank oordeelde als volgt:

“[…] ] reeds kort na het opzetten van de hier aan de orde zijnde groepsstructuur […] moet [IBS geacht] worden ermee bekend te zijn geweest dat dit in de praktijk niet lukte (red. dat de vergoeding de kosten zou dekken) en dat het salaris van werknemers van Gersys niet of niet tijdig kon worden betaald. Mede gelet op deze bekendheid rustte op IBS als houdstermaatschappij en bestuurder van Gersys […] een bijzondere zorgplicht jegens de werknemers van Gersys die werkzaamheden hebben verricht waarvan de opbrengst juist ten goede is gekomen aan IBS […]. Door vervolgens geen enkele maatregel te nemen ter bescherming van het belang van [eiser] waardoor zijn salaris en kosten voor een groot deel onbetaald zijn gebleven, heeft IBS niet aan die zorgplicht voldaan en heeft zij jegens [eiser] onrechtmatig gehandeld.”

De rechter oordeelde dus dat de holding een bijzondere zorgplicht heeft in deze jegens de werknemers van de werkmaatschappij. Maar het houdt niet op bij aansprakelijkheid van de holding.

Op grond van artikel 2:11 BW rust de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder (in dit geval de holding) tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder was. Op grond van deze bepaling werd de natuurlijk persoon hoofdelijk aansprakelijk. De directie dus. En deze uitspraak opende ook voor de andere werknemers met achterstallig loon de mogelijkheid om hun loonvordering rechtstreeks neer te leggen bij de directeur privé!

Voor een ondernemer is het dus van groot belang om bij het opzetten van een groepsstructuur met een personeelsvennootschap goed op te letten op het belang van de werknemers bij doorbetaling van het salaris. Dit geldt ook bij een reorganisatie waarbij de activa en de handel uit een vennootschap worden weggehaald en het personeel met lege handen achter blijft. Want u kunt dus aansprakelijk worden gesteld op basis van een bijzondere zorgplicht jegens de werknemers in de personeelsvennootschap, waarvan u op voorhand misschien niet op de hoogte was dat u deze zorgplicht überhaupt had.

Omgekeerd is het voor een werknemer die met een soortgelijke situatie wordt geconfronteerd belangrijk te weten dat de verhaalsmogelijkheden ten aanzien van een loonvordering niet altijd ophouden wanneer de werkgever geen verhaal meer biedt.

Ziet u zich geconfronteerd met een dergelijke situatie of kunt u hulp gebruiken bij het beoordelen van uw groepsstructuur, neemt u dan gerust contact met ons op via info@vanloon-advocaten.nl of via 0318-514813.

mr. J.L.F. van der Kamp

Van Loon Advocaten, uw specialisten op diverse rechtsgebieden. U kunt uw voordeel doen met onze expertise in onder andere: huurrecht, letselschade en strafrecht.